In het eerste leerjaar leek er niets bijzonders: een grote groep, enthousiaste kinderen, veel energie. In het tweede leerjaar begonnen de vriendschappen te verschuiven. Kleine ruzies, BFF-kettingen die plots teruggegeven moesten worden, teleurstellingen en verdrietjes. We vonden het herkenbaar, iets wat bij opgroeien hoort.
Zoals elk jaar gooiden we de groepen door elkaar. We geloofden dat kinderen telkens opnieuw kansen moesten krijgen om zich in een groep te zetten. Pas later, toen we met EVO in gesprek gingen, zagen we dat die keuze ook een keerzijde had.
Wanneer de puzzel telkens herschikt wordt
Kinderen hebben tijd nodig om elkaar te leren vertrouwen. Dat vertelde EVO ons, en dat bevestigde ook het onderzoek binnen KiVa. Wanneer een groep elk jaar weer helemaal opnieuw moet beginnen, krijgen sommige kinderen te weinig kans om echt sterke banden te smeden. En dat voel je.
Het derde leerjaar: waar het kantelde
In het derde leerjaar werd het echt moeilijk. Een paar meisjes namen de negatieve leiding. Hun uitspraken waren scherp: “Deze dans is met vier en we zijn al met vier, jij kan niet meedoen.” Of fluisterende opmerkingen over punten en prestaties. Op de speelplaats en online werd het nog harder. Ouders begonnen te klagen, kinderen voelden zich onveilig. We probeerden veel: praten, straffen, waarschuwen. Maar niets leek te werken.
Tot we samen met EVO een ander pad kozen. Met de klasthermometer, gesprekken over waarden en normen en een herstelgerichte aanpak, vonden we stap voor stap de weg terug naar rust. Het kostte energie, soms heel veel. Maar langzaam zagen we weer kinderen die durfden lachen, die voor elkaar opkwamen, die opnieuw plezier vonden in samen zijn.
De klasthermometer van KiVaWat we anders doen
Vandaag kiezen we ervoor om groepen langer bij elkaar te houden. We zetten bewust in op de gouden, zilveren en bronzen weken, waarin groepsvorming, afspraken en ouderbetrokkenheid centraal staan. We betrekken ouders sneller en geven kinderen zelf meer verantwoordelijkheid. En het mooiste: ze nemen die ook. Kinderen durven nu zeggen dat ze een fijne klas willen, en ze weten dat ze niet alleen staan.
Voor ons als leerkrachten voelde het alsof er een last van onze schouders viel. Dankzij de begeleiding van EVO en de KiVa-methodiek voelen we ons sterker en zekerder. De angst bij de kinderen om naar school te komen is weg. Er is weer ruimte om te leren, maar ook om kind te zijn.
Wat ik meeneem
Ik heb geleerd dat een klas meer is dan een groep kinderen bij elkaar. Het is een gemeenschap waarin je moet investeren. En ja, dat kost tijd en energie. Maar dankzij de steun van EVO weten we nu dat het loont. Het verschil is voelbaar: kinderen die zich veilig voelen, ouders die zich gehoord weten, en leerkrachten die opnieuw vertrouwen hebben in hun werk. Groepsdynamiek blijft een aandachtspunt voor deze jaargroep, maar door onszelf te professionaliseren en veel meer verantwoordelijkheid bij de kinderen zelf te leggen, kunnen we samen opnieuw ademen. Leerkrachten zijn niet meer uitgeblust en kinderen komen weer graag naar school. Wanneer we september zijn, beginnen we opnieuw, met frisse moed!